Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume (bijvoorbeeld ingegane pensioenen, wachtgelden, vakantiegeld, verlofrechten) wordt, conform het BBV, geen voorziening of verplichting opgenomen in de balans. De uitgangspunten voor de waardering en afschrijving van activa zijn vastgelegd in de BBV-voorschriften en de door de raad vastgestelde verordening Financieel beleid, financieel beheer en financiële organisatie gemeente Uithoorn.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen casu quo schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

De opgenomen lasten voor jeugdzorg zijn bepaald op basis van ontvangen productieverklaringen van de diverse zorgaanbieders.

De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt verantwoord op basis van de laatst gepubliceerde accresmededeling en de eenheden conform de laatste specificatie die in het boekjaar is ontvangen, tenzij uit andere bronnen duidelijk is dat de definitieve gegevens hiervan zullen afwijken.

Vaste activa

In december 2019 is de vernieuwde nota activabeleid vastgesteld. Zowel de jaarrekening 2019 als de aangepaste begroting 2019 zijn opgesteld volgens de in de nota geformuleerde uitgangspunten. Uitzondering hierop vormen de ondergronds containers, dit was namelijk niet mogelijk aangezien de benodigde informatie niet beschikbaar was. Voor nieuwe investeringen in ondergrondse afvalcontainers zullen de in de nota vastgestelde afschrijvingstermijnen wel worden gehanteerd.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- casu quo vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in vijf jaar lineair afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.

Materiële vaste activa met economisch nut

Deze categorie bevat de overige investeringen met economisch nut en investeringen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs betreft aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulp- stoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak van de vervaardiging worden opgenomen. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. De afschrijving van een activum start in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering bedrijfsvaardig is opgeleverd. De afschrijvingsmethode is lineair. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Voor de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar de geactualiseerde nota activabeleid.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs betreft aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulp- stoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak van de vervaardiging worden opgenomen. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. De afschrijving van een activum start in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering bedrijfsvaardig is opgeleverd. Deze wordt lineair afgeschreven.

Overeenkomstig de in december 2019 door de raad vastgestelde nota Activabeleid worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven in 25 jaar. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien.

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.

Bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden

De voorraden bouwgronden zijn opgenomen tegen de werkelijk gemaakte kosten minus de gerealiseerde (verkoop)opbrengsten. Gerealiseerde voordelige resultaten zijn bijgeschreven op de balanswaarde; genomen verliezen en voorzieningen voor te verwachten verliezen zijn in mindering gebracht op de balanswaarde. De voorzieningen zijn gevormd op basis van contante waarde (prijspeil 31 december 2019).

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs.

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Passiva

Voorzieningen

Voorzieningen hebben de benodigde omvang om de achterliggende verplichtingen en risico’s te dekken. De voorziening Pensioenverplichtingen is in de balans opgenomen als contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen ten behoeve van de wethouders. De voorziening Frictiekosten heeft betrekking op toekomstige verplichtingen in de nabije toekomst en is als eindwaarde gewaardeerd.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Grondslagen van de resultaatbepaling

De baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Het resultaat van de gemeente Uithoorn is afzonderlijk in de balans opgenomen.

Voorstel resultaatbestemming

Voorgesteld wordt om het voordelige saldo in de Budgetegalisatiereserve te storten.

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

Voor de uitvoering van WNT in de (semi)publieke sector heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT.

CAK eigen bijdragen

Op basis van de overzichten van het CAK kunnen wij wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen Wmo-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen verkrijgen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente is verplicht, op grond van de kadernota rechtmatigheid, deze onzekerheid te noemen in de jaarstukken, ook al ligt de oorzaak niet bij ons.

SVB

De SVB heeft wederom geen goedkeurende verklaring ontvangen. Dit betekend dat er aanvullende werkzaamheden verricht moeten worden om te kunnen toetsen of de werkelijke prestaties zijn geleverd.

Vennootschapsbelasting (VPB)

Vanaf 1 januari 2016 is de gemeente belastingplichtig geworden voor de Vpb voor zover dat gaat om activiteiten waar zij de ondernemerspoort door gaan. Voor de berekeningen van de Vpb van het grondbedrijf wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de methodiek van de VSO. In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belasting in de winst- en verliesrekening. Hierbij wordt rekening gehouden met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingverordeningen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet aftrekbare kosten.

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf